PLantage matuaribo
De Geschiedenis
De levende geschiedenis van
Plantage Matuaribo
Het verhaal van Plantage Matuaribo begon allemaal in de tijd waarin plantages, grote landbouwondernemingen in tropische gebieden, werden gerund door westerse eigenaars. De zeventiende tot de negentiende eeuw waren bloeitijden voor deze plantages. Eén van die plantages was Plantage Matuaribo.
De geschiedenis van plantage Matuaribo begint in de vroege 18e eeuw.
Van slavernij tot erfgoed
Het verhaal van Plantage Matuaribo in Suriname
De komst van de familie Watson vond plaats in het jaar 1882, toen werd de plantage gekocht door vijf bijzondere individuen: vier broers en een zus met de achternaam Watson. Wat dit zo opmerkelijk maakte, was het feit dat zij afstammelingen waren van voormalige tot slaaf gemaakten, die de kans kregen om deze plantage te verwerven. Deze familiegeschiedenis is doordrenkt met een belofte: de grond van Matuaribo zou altijd beschikbaar zijn voor alle nakomelingen. Dit is een erfenis waar we trots op zijn en altijd zullen koesteren. Plantage Matuaribo is niet zomaar een stuk land, het is ons erfgoed, een levendig deel van onze geschiedenis, ons heden en onze toekomst.
Plantage Matuaribo strekt zich uit over ongeveer 535 hectare, omarmd door de weelderige natuur van district Para. In de 18e eeuw werd hier hout en koffie verbouwd, een tijdperk waarin de slavernij meer dan twee eeuwen duurde. Zelfs nadat de slavernij in 1863 officieel was afgeschaft, moesten de voormalige tot slaaf gemaakten nog tien jaar verplicht op de plantage werken. Na de afschaffing van de slavernij verlieten de meeste tot slaaf gemaakten de plantage, waardoor deze langzaam in verval raakte. Maar dan komt er een keerpunt in het verhaal. In 1878, tijdens een reis langs verschillende plantages, ontmoette een familie uit de buurt van Plantage Berlijn de eigenaar van Matuaribo. Ze spraken over hun wens om elders te gaan wonen en hoorden dat Matuaribo te koop stond. Gedreven door hoop en ambitie, sloten ze een deal met de eigenaar: in ruil voor werkzaamheden zouden ze de plantage overnemen.
Vier broers en een zus, de Watsons, waren degenen die deze kans grepen. Met slechts duizend gulden kochten ze de plantage en bleven daar wonen. Door de jaren heen veranderde het leven op de plantage; gezinnen trokken naar de stad, maar tradities en speciale evenementen bleven bestaan. Vandaag de dag is Plantage Matuaribo een kostbaar erfgoed voor de nazaten van de Watsons. Hoewel velen van hen naar Nederland zijn verhuisd en niet allemaal op de hoogte zijn van het bestaan van de plantage, blijft de belofte van de familie Watson levendig: de grond blijft beschikbaar voor de volgende generaties.
Dus terwijl de wereld om ons heen verandert, blijft Plantage Matuaribo een anker van traditie, geschiedenis en hoop voor de toekomst.
Eigenaren van Plantage Matuaribo: van koloniaal bezit naar erfgoed van nazaten.
Plantage Matuaribo verschijnt in 1708 voor het eerst in de archieven. Het terrein, toen nog inclusief het huidige Gage d’Amour, stond geregistreerd op naam van Gerrit van Echten, een kolonist die al in 1693 actief was in Para. Hij woonde er met zijn gezin. Na zijn dood in 1726 verdween de plantage tijdelijk uit de boeken.
In de loop van de 18e en 19e eeuw wisselde Matuaribo herhaaldelijk van eigenaar. Archieven vermelden onder meer:
1737 – Maria Overschelde
Maria Overschelde erfde Matuaribo als weduwe van John Sigismund Brundel, een kolonist die actief was in de landbouw. Weduwen van plantagehouders kregen in die tijd vaak tijdelijk het beheer, maar waren afhankelijk van administrateurs of voogden.
1755 – Johannes Bock
Johannes Bock, een militair in dienst van de VOC en later weesmeester in Paramaribo, kreeg de plantage in bezit. Zijn dubbele rol als militair en toezichthouder over wezen toont hoe plantages vaak ook een investerings- of beheersobject waren voor koloniale ambtenaren.
1793–1795 – Geesina Catharina Frederika Schwartz
In deze periode stond Matuaribo geregistreerd op naam van Geesina Schwartz, een minderjarige erfgename. Omdat zij zelf te jong was om de plantage te beheren, gebeurde dit via voogden of de Wees- en Onbeheerde Boedelkamer, de instelling die nalatenschappen beheerde.
1819–1821 – M.H. Cotinho (Moses de Jacob Henriques Cotinho)
Moses Cotinho kwam uit een Sefardisch-Joodse familie die actief was in de Surinaamse plantage-economie. De Cotinho’s waren betrokken bij handel, landbouw en soms financiering van plantages. Zijn eigendom van Matuaribo was waarschijnlijk tijdelijk en diende eerder als belegging.
1824–1843 – Suzanna Marcelina Klopman
Suzanna Klopman erfde Matuaribo begin 19e eeuw. Toen zij overleed, kwam de plantage onder toezicht van de Onbeheerde Boedelkamer, die verlaten of onbeheerde plantages beheerde en vaak doorverkocht. In deze periode raakte Matuaribo steeds verder in verval.
1832 – Marten Douwes Teenstra
Teenstra, inspecteur van wegen en waterwerken én schrijver, bezocht en registreerde in 1832 de verlaten plantage. Zijn observaties zijn waardevol, omdat hij als reiziger en auteur veel heeft vastgelegd over het koloniale Suriname, waaronder het verval van Matuaribo.
1848 – J.H. Meinahlers
In 1848 verkocht de Onbeheerde Boedelkamer Matuaribo aan J.H. Meinahlers, curator van de Wees en Onbeheerde Boedelkamer. instelling. Het terrein verkeerde toen al in vervallen staat en raakte verder in verwaarlozing. In 1859 werd Meinahlers zelfs gedagvaard wegens slecht onderhoud en ontoegankelijkheid. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 stonden zowel Matuaribo als Gage d’Amour officieel geregistreerd als verlaten plantages, zonder economische waarde of actief beheer.
De eigendomsgeschiedenis van Matuaribo laat zien dat plantage Matuaribo al voor de afschaffing van de slavernij zijn economische waarde grotendeels had verloren en vaak slechts administratief van hand wisselde.
De Kracht van Collectief Erfgoed
Een Brug tussen Verleden en Toekomst
De cultuurhistorische waarde van Plantage Matuaribo is diep verweven met de Surinaamse én Nederlandse geschiedenis. Als voormalige plantage getuigt het van koloniale onderdrukking en strijd, maar vooral van emancipatie, collectieve kracht en doorgegeven veerkracht.
Door het behoud en beheer door de nazaten verandert deze beladen plek in een ruimte van verbinding, herstel en inspiratie. Plantage Matuaribo is een tastbare herinnering aan waar wij vandaan komen – én een levende brug naar een inclusieve en hoopvolle toekomst.
Gedeeld Verleden, Gedeelde Verantwoordelijkheid
Plantage Matuaribo overstijgt het persoonlijke belang. Het erfgoed behoort toe aan iedereen die verbonden is met dit gedeelde verleden. Het vraagt om zorg, toewijding en samenwerking.
Vandaag de dag is de plantage een symbool van maatschappelijke verantwoordelijkheid, culturele kracht en sociale rechtvaardigheid. Het herinnert ons niet alleen aan ons verleden, maar inspireert ons ook om samen te bouwen aan een toekomst waarin respect, gemeenschap en verbondenheid centraal staan.
Plantage Matuaribo is een levende erfenis.
Het is onze gezamenlijke taak om deze geschiedenis levend te houden, zichtbaar te maken en door te geven aan toekomstige generaties – als bron van trots, persoonlijke groei en cultureel bewustzijn.
“Wat wij erven, dragen wij samen. Wat wij bewaren, bouwen wij verder.”
Plantage Matuaribo: ons gedeeld erfgoed, onze gezamenlijke toekomst.